Laat je inspireren
Leer alles over trappen
Ontdek onze begrippenlijst over trappen & word een echte trappen-expert!
Wegwijzer in de terminologie van de trappen
Ben je op zoek naar een nieuwe trap, maar loop je een beetje verloren in het aanbod en al de specifieke termen over trappen? Geen nood. Neem hier kort onze begrippenlijst door & in een mum van tijd ben je een expert in trappen 😉
Begrippen trappen
- Trapgat: dit is de maat van de opening in het plafond waar de trap gaat komen.
- Hoogte van de trap: hiervoor meet je op van de vloer op het eerste verdiep tot de vloer op het verdiep eronder (meestal gelijkvloers).
- Breedte van de trap: dit is de breedte van de trap (incl. de treden en de wangen). De breedte hangt samen met de grootte van het trapgat.
- Uitval van de trap of terugloop van de trap: dit omschrijft hoe ver de trap zal “uitvallen” of hoe ver de trap zal komen.
- Stootborden: dit zijn de vlakken tussen de treden en worden ook wel 'tegentreden' genoemd. Open trappen hebben geen stootborden.
- Tredes: het horizontale vlak heet een trede. Hierop zet je je voeten bij het oplopen of neerdalen van een trap.
- Trapbomen: de 'trapbomen' of 'wangen' zijn de balken waarin de treden en stootborden gevat zitten of waarop ze rusten.
- Balustrade: ook wel overloopleuning genoemd. De leuning die je nodig hebt bij de overloop. Het is een soort hekwerk om de overloop te beveiligen. De balustrade plaats je dus langs een open vloerrand of trap. De balustrade is opgebouwd uit balusters/spijlen.
- Baluster: een verticale staander/spijl in de balustrade. Dit zorgt voor extra veiligheid van je trap.
- Trapleuning: plaats je als hulp om het op- en aflopen van de trap te vergemakkelijken. Je plaats deze op de balustrade of tegen een muur aan. Het is een balk of buis aan de zijkant van de trap die je steun geeft.
- Helling van de trap: bepaalt of een trap eenvoudig te belopen is. Hoe kleiner de helling, des te gemakkelijker het is om de trap op en af te gaan.
- Looplijn van de trap: is de lijn waarop de trap het veiligst en meest comfortabel kan worden belopen.
- Molenaarstrap: of ook wel de steektrap genoemd, is qua constructie de eenvoudigste van alle trappen. Het is een rechte trap die twee verdiepingen met elkaar verbindt. Er zijn dus geen bochten of draaiingen in dit soort trappen waardoor je gemakkelijk de volgende verdieping kan bereiken.
- Ruimtebesparende trap: deze compacte trap zorgt ervoor dat je ruimtegevoel behouden blijft. Hij is steiler en de treden zijn iets korter in vergelijking met de standaardtrappen.
- Wenteltrap: of ook wel de draaitrap genoemd. Kenmerkend aan de wenteltrap is de spil. Deze doet dienst als centrale as waar de traptreden omheen bevestigd zijn. De trap loopt langs dit centrale punt omhoog tot de volgende verdieping. In tegenstelling tot de steektrap neemt de wenteltrap maar een beperkte ruimte in.
- Kwartdraai trap: ook kwartsteek trap genoemd. Je hebt keuze uit een kwartslag van 90° onder- of bovenaan de trap. Vervolgens volgt er een stuk rechte trap naar het volgende verdiep. Kenmerkend aan de kwartdraai trappen is dat in de bocht niet alle treden even groot of breed zijn.
- Zoldertrap: met een zoldertrap kan je een bergruimte zoals je zolder eenvoudig bereiken. Ze zijn ruimtebesparend en gemakkelijk in- en uitklapbaar. Deze trappen bestaan vaak uit meerdere delen die je kan opplooien en verbergen achter een luik.
- Bloktrede: de bloktrede is de eerste trede van de trap. Deze wordt soms breder genomen dan de andere treden.
- Borstwering: is een gesloten vloerafscheiding, terwijl een balustrade een laag hek is aan de rand van de trap.
- Vrije hoogte van de trap: ook wel doorloophoogte of loopruimte van de trap genoemd. Dit is de afstand van de treden tot aan het plafond. Dit is belangrijk om rekening mee te houden, zodat je bij het traplopen je hoofd niet stoot. 2 meter geldt als het minimum, maar nog beter is 210 centimeter.